SPIRAL DYNAMICS BASICs een relatief nieuw begrip in de
wereld van waardensystemen. In dit artikel, gepubliceerd op de portal
van mede-initiatiefnemer Managementissues.com, krijgt u uitgelegd hoe
het gedachtengoed van SPIRAL DYNAMICS BASICs ontstaan en welke vMemes
onderscheiden worden.
SPIRAL DYNAMICS® EN HET EINDE VAN MASLOV
Soms worden er van die geesten geboren waarvan je denkt dat die in een
ander tijdsgewricht thuis horen. Je hebt van die jongeren die op dit moment
de theorie van Karl Marx aan het herontdekken zijn zich kennelijk niet
realiserend dat dit gedachtengoed leuk was in een ander tijdperk waar
het zijn funktie kon vervullen. En dat ligt achter ons. Maar het tegenovergestelde
zie je ook. Mensen die met theorieën aankomen die decennia later
pas interessant en toepasbaar blijken te zijn. Mensen die hun tijd ver
vooruit waren. Mensen die helaas daardoor nooit de echte vruchten van
hun werk hebben kunnen plukken. Ook zij zaten qua timing niet helemaal
in het goede tijdsgewricht. En je hebt natuurlijk de zogenaamde tussengevallen.
Mensen die op een vroeg moment in hun leven briljante ideeen hadden en
daar en tien, twintig of dertig jaar later mee de boer op konden. Zo iemand
is Claire Graves. Who the f... is Claire Graves zul je nu denken? Nou
laat ik een voorspelling doen. Net zoals iedereen die iets met organisatiekunde
te maken heeft gehad is opgegroeid met Maslov (juist ja, die van de behoeftenhierarchie)
zo zal over een tien of vijftien jaren elke persoon opgroeien met de basisideeen
van Claire Graves. Tegenwoordig beginnen zijn ideeen hot te
worden. En veel personen die met waardenwetenschap te maken hebben vragen
zich of waarom dit gedachtengoed niet eerder verspreid is.
Ik stootte op de ideeen van Graves een paar jaar geleden tijdens een
verblijf in Israël. Een kennis aldaar liet met een bandje horen van
iemand die de basisideeen van Graves tijdens een lezing aan het vertellen
was. Na met verbazing en zeer grote interesse geluisterd te hebben, wist
ik: Dit wordt de motivatietheorie van 2000 en beyond. Alleen
een paar jaar geleden was er nog geen boek te krijgen over Graves. Dat
begint nu pas te komen. Ik heb echter dat bandje in die tijd aan een goede
kennis van me laten horen en die begint de laatste twee jaren furore te
maken op o.a. seminars met de ideeën van Graves. Omdat ik bijna zeker
weet dat de ideeen van Graves, vanwege o.a het voorspellende karakter,
voor iedereen in het departement: van beleidsmedewerker, manager tot organisatie-adviseur
de moeite waard zijn om te kennen volgt hieronder een zeer uitgebreide
introductie. Je krijgt bijv. gevoel met wat voor soort beleids of organisatorische
problemen je te maken gaat krijgen.
Claire Graves was een collega van Maslov op dezelfde universiteit in
New York. Graves begon als docent Psychologie in de jaren na WO II. In
het begin van de 50-er jaren confronteerde hij zichzelf met een
vraag waarop hij het antwoord schuldig moest blijven:OK professor.
Je hebt Maslov en Rogers en Skinner en nog veel andere vooraanstaande
psychologen die allemaal hun eigen motivatietheorie hebben. Maar wie van
hun heeft er nu gelijk? Welke van deze theorieen beschrijft nu echt de
ontwikkeling van de menselijke natuur?
Zijn gevoel gaf aan dat ze allemaal een deel van het antwoord konden
bevatten maar het juiste kader ontbrak.
En Graves begon met onderzoek. Onderzoek dat hem zeker twintig jaar bezig
hield. Hij onderzocht o.a. Maslovs theorie en kwam er achter dat
deze relatief weinig voorspellende waarde had. Discussie met zijn collegas
over de betrouwbaarheid Maslovs theorie werden hem niet in dank afgenomen.
Maslov had het grote voordeel dat zijn ideeen over zelfverwerkelijking
en zelfrealisatie perfect pasten in het tijdsgewricht: de flower power
tijd van de jaren 60 met zijn nozems , geestelijke bevrijdingsdenken,
de Beatles die aan meditatie gingen doen etc. Graves echter bleef in de
schaduw zij onderzoek doen. Een ander punt was dat collegas hem
in de jaren 60 begonnen uit te dagen:Wel als je er dan anders
over denkt, waarom publiceer je dan niet iets over je onderzoeken?,
zeiden ze. En dat deed Graves pas in 1970. Toen bleek dat hij o.a. research
had gepleegd op zijn eigen collegas. Iets dat hem er ook niet populairder
op maakte. Graves heeft gelukkig wel nog mogen meemaken dat bij de eerste
presentaties aan groepen van futuristen de wows! en
oh nos! en ah! als zoete broodjes zijn kant
op kwamen. Mischien waren die broodjes wel te zoet. Graves overleed kort
daarna in 1984. Na het overlijden van Graves hebben Beck en Cowan zijn
theorie verder vervolmaakt en zijn er mee de hort op gegaan. Het model
van Graves hebben ze omgedoopt in SPIRAL DYNAMICS®.
HET MODEL VAN GRAVES
SPIRAL DYNAMICS® presenteert, in fascinerende details, een ontwikkelingsmodel
in de vorm van een spiraal van wereldvisies (worldviews). Beck en Cowan
noemen deze wereldvisies, deze patronen van denken vMemes, een afkorting
van value attracting meta memes). vMemes kun je zien als een brede set
basisparadigmas, : basisovertuigingen, basisvooronderstellingen
van waaruit je de wereld beschouwt. Deze vMemes kunnen in zijn algemeenheid
worden gecategoriseerd in acht niveaus. Net als bij produkten hebben
deze vMemes een soort levenscyclus: een opkomst, piek en vervalfase.
Een eenvoudig voorbeeld: stel je bent in je pubertijd: de vMemes die
dan hun piek hebben zijn wellicht anders dan de vMemes die je hebt als
je midden twintig bent. de vMemes van de pubertijd hebben een opkomst,
piek en een vervalfase gehad. Zoals gezegd Graves onderscheid acht stadia
die je kunt toepassen op individuen, organisaties, samenlevingen kortom
alles wat met duurzame groepsverbanden te maken heeft.
Meer algemeen zou je kunnen zeggen dat elke vMeme bepaalde aanvullend
overtuigingen aantrekt en leidt tot zijn eigen karakteristieke sociale
groeperingen, motivatiepatronen, organisatiedynamiek en doelen.
Zoals gezegd kun je acht niveaus van vMemes onderscheiden. Als
je een verandering probeert door te voeren die qua niveau te ver weg ligt
van het niveau waar je op een bepaald moment zit. Dan weet je dat deze
verandering gedoemd is te mislukken. Je kunt de niveaus (stadia)
alleen maar doorlopen op de manier zoals ze weergegeven zijn in de onderstaande
beschrijving. Te vaak wordt gepoogd veranderingen door te voeren zonder
respect te hebben voor de niveaus/stadia die eerst moeten worden
ervaren voordat grote groepen mensen in een organisatie of samenleving
kunnen handelen conform het nieuwe niveau.
Overigens Beck en Cowan praten niet zo graag over hoger of lager/beter
of slechter niveau maar praten liever over niveaus van complexiteit
die niveaus met zich meebrengen. Denk maar eens aan de samenleving
van tegenwoordig. Die is complexer dan 500 jaar geleden. Maar of je de
samenleving van nu beter moet noemen is een vraagteken? Wel zou je kunnen
zeggen, zoals aangegeven, dat er een standaardvolgorde zit in ontwikkelingsstadia
die je moet doorlopen.
Onderstaand vind je de vMemes (niveaus) beschreven. Toegelicht
met een aantal factoren die de wereldvisie op dat niveau reflecteren.
Daarbij moet ik nog oometken dat Beck en Cowan kleuren gebruiken om de
niveaus te onderscheiden om expliciet aan te geven dat het ene niveau
niet beter is dan het andere. Cijfers en letters hebben meer de neiging
om verschillen in termen van beter en slechter aan te geven. Bij elk niveau
wordt ook aangegeven wat de kenmerken zijn bij transformatie naar een
volgend niveau.
1. BEIGE
Semi stenen tijdperk. Niet meer echt actief tegenwoordig. Gedrag
wordt gedomineerd door de natuur en basisoverlevingsinstincten. Mensen
gedragen zich op dit niveau meer als (de slimste van de) dieren. Kenmerkend
op dit niveau is het overleven. Ik overleef. Voorbeelden van
dit niveau zijn pasgeborenen, geestelijk zieke mensen op straat, mensen
in hongesnood, Alzheimers in laatste stadia. (1% van de bevolking). Enkele
transformatiekenmerken zijn:
-
Bewustwording van het afzonderlijke zelf;
-
Bewustwording van oorzaak en gevolg;
-
Handelen op grond van dreiging/angst;
-
Overleven vereist groepsinspanning, en;
-
Ontdekking van verwantschap.
2. PURPER
Animistisch stamgevoel - We zijn veilig. Mystieke
geesten, tekens en holen. Leven dicht bij de aarde. Bloedverwantschappen
zijn sterk. Het management van purper vraagt respect voor de clanregels
en trouw en respect aan de clanleiders (sjamanen, opperhoofden). Iedereen
doet wat de leider zegt. Per definitie. Iemand zichtbaar te sterk belonen
kan de groepsband breken met negatieve consequenties. Veranderingen in
de groep worden belichaamd in rituelen, tradities en symbolen (voodoo
vervloekingen, bloed-eden, verdachtmakingen, teambanden bevestigen op
basis van athletische prestaties). Dit betreft ongeveer 10% van de bevolking
en 1% van de macht. Transformatiekenmerken:
-
Ontdekken van het eigen ego en zelfexpressie.
-
Ontdekken dat je beter bent dan de groep.
-
Poging je persoonlijke vijanden en gevaarlijke krachten te beheersen.
-
Opkomende beperkingen in het natuurlijk leefmiljeu die eigen belang
aanwakkeren.
3. ROOD
de rebel. Ik beheers. Het uitbuiten van anderen op een ruwe
en harde manier. Autoritair. Uitbuiten van ongeschoolden of slaven. Kenmerken
van het management. Wordt gerung door een Topboss en een serie van gevolmachtigden/proteges.
De overtuigingen zijn dat mensen lui zijn en gedwongen moeten worden te
werken. De ware leider moet menselijkheid onderdrukken. De harde macho
uithangen. Kenmerkend zijn groepen op straat/gangs in de binnenstad: stop
and rob. (rebelse jeugd). Sterk leven in het heden zonder gevoel voor
consequenties. Ze worden gemotiveerd door helden en veroveringen. Individu
staat voorop. Powerrangers . Dit betreft zon 20% van de bevolking
en 5% van de macht.
-
Transformatiekenmerken zijn onder andere:
-
Erkenning van de sterfelijkheid
-
Op zoek naar de betekenis en het doel van het leven.
-
Tijdsbesef/toekomstbesef.
-
Meer bewustzijn m.b.t. oorzaak-gevolg denken.
4. BLAUW
Het streven naar de absolute waarheid. We zijn gered.
Er is slechts een juiste wijze van denken of bestaan. Patriotisme. Je
voelt je schuldig als je je niet aan de groepsnormen conformeert. Schuldbewuste
gehoorzaamheid aan hogere autoriteiten. Proberen het hogere te dienen
door zelfopoffering. Discpline is zeer strict maar wordt als fair ervaren
(zweepslagen in Singapore). Werkt zeer goed in het industriele tijdperk:
standaardisatie, 9 tot 5 denken. Amerika draait weg van blauwe industrie
die is verdwenen naar Mexico, Taiwan, Maleisie, en andere landen war blauw
nu sterk is. Management is moralistisch, voorschrijvend. Organisatiestructuur
is pyramidaal (scouting, Billy Graham, Puriteins Amerika, Confusianisme
in China, Fundamentalistische islam). Collectief staat voorop. Dit betreft
40% van de wereldbevolking en 30% van de macht.
-
Transformatiekenmerken:
-
Wens tot beter leven in het heden.
-
Het uitdagen van de autoriteiten om tastbare resultaten te kunnen
behalen .
-
Zoekt de beste weg uit vele mogelijkheden.
5. ORANJE
Ondernemersachtige persoonlijke succesorientatie. Ik
verbeter. Doelgerichte planning en strategieen voor verbetering.
Elke persoon calculeert rationeel waar hij het meeste voordeel uit kan
halen. Motivatie is grotendeels economisch/materialistisch bepaald. Mensen
zijn responsief op vrolijkheid, kicken, bonussen, geld is belangrijker
dan loyaliteit en groepsbeloningen. Mensen proberen vele opties uit. Competitie
bevordert productiviteit en groei. Dit is waarschijnlijk de dominante
vMeme in Amerika tegenwoordig. Belangrijk vindt men autonomie en manipulatie
van de omgeving. Promoting van de vrije markteconomie en meer partijenstelsel.
(Voorbeelden: Wall Street, cosmetische industrie, Dallas, Hong Kong, mediteraine
jachten). 30% van de wereldbevolking en 50% van de macht.
-
Transformatiekenmerken:
-
Ontdekt dat materiele welstand nog geen geluk of vrede brengt.
-
Hernieuwde behoefte aan gemeenschappelijkheid, willen delen en een
rijker innerlijk leven.
-
Oog krijgen voor de kloof tussen hebben en niet-hebben.
6. GROEN
Gevoelens van verbondenheid tussen mensen. We zijn op
weg. Collectiviteit. Humanitair. Persoonlijke groei, aandacht voor
miljeu/omgevingsvraagstukken. In het werk wordt men gemotiveerd door menselijk
contact en het leveren van bijdragen. Tolerantie voor en acceptatie van
verschillen. Leren van anderen. Aardig gevonden worden is belangrijker
dan competitief voordeel verkrijgen. De waarden zijn openheid en vertrouwen.
Hierarchieen vervagen in de beweging naar gelijkheid met een bijkomende
tendens naar inefficiency en stagnatie.Dit kan zo ineffectief worden dat
mensen terugvallen op het ORANJE-individualisme. (voorbeeldorganisaties:
Green Peace. Jaques Costeau, Jimmy Carter, John Lennons muziek,
Artsen zonder Grenzen, Ben & Jerrys) Dit betreft 10% van de
wereldbevolking en 15 % van de macht. Transformatiekenmerken zijn:
-
Overstelpt raken door de economische en emotionele kosten van zorg
voor elkaar;
-
Confrontatie met chaos en wanorde;
-
Noodzaak voor tastbare resultaten en functionaliteit, en;
-
Het kennen gaat boven het voelen.
7. GEEL
systeemdenken. Dit is de eerste vMeme waar een quantumsprong
plaats vindt in het vermogen om verschillende perspectieven in het leven
te kunnen hebben. Mensen worden gemotiveerd door zelf te leren EN zijn
georienteerd op de integratie van complexe systemen. Besef dat chaos en
verandering vanzelfsprekend zijn. Verandering is een aangenaam onderdeel
van de organisatorische processen en van het leven. Men houdt van uitdagingen.
Denken wordt gekarakteriseerd door systeemdenken en orientatie hoe delen
interacteren om gehelen te creeeren. Unieke talenten en eigenaardigheden
worden bezien vanuit de optiek hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan
het grotere geheel. Generatie van vele nieuwe ideeen. Ecologische orientatie
maar dan op een meer ingetogen, achter de schermen manier.
GEEL-werkers vind men vaak aan de periferie van een organisatie. (Voorbeelden:
chaostheorie, eco-industriele parken). Dit betreft 1% van de wereldbevolking
en 5% van de macht. Transformatiekenmerken:
-
Bewustwording van orde in de chaos;
-
Op zoek naar nieuwe leidende principes;
-
Mondiale problemen duiken op wanneer technologie iedereen aan elkaar
verbindt, en;
-
Spiritualiteit terug in de natuurwetenschappen.
8.
TURKOOIS
Beck en Cowan duiden de tussenstadia (zie transformatiekenmerken)
op twee manieren aan. Als ze bijv. schrijven BLAUW/oranje, dan is
er nog spraken van overwegend een blauwe vMemes/wereldvisie gemixed
met opkomend oranje. Als ze schrijven blauw/ORANJE, dan is er sprake
van de beginnende fase van echt oranje waarin blauw significant
is afgebouwd. Algemeen kun je zeggen dat de kleuren komen als golven
op het strand. Elke golf is iets hoger (meer complex) dan de voorgaande.
Voorwaarde dat een nieuwe golf zich aandient is dat veranderende
levenscondities voldoende zware problemen moeten oproepen om gemotiveerd
te worden tot verandering. Een bedrijf bijv. mag zich koste wat
kost willen vasthouden aan een BLAUWe wereldvisie terwijl de kenniseconomie
van je eist dat je andere compleet nieuwe manieren gaat ontwikkelen
om zaken te doen. Veel bedrijven gaan op de fles als de nieuwe golf
van verandering hun onvermogen onthult om zich aan te passen aan
de nieuwe economische omstandigheden.
Ook al is de lijn dat er een beweging is naar hogere, complexere vMemes
je zult altijd delen blijven houden die denken als minder complexe vMemes.
Maar hier kan echter op een nuttige manier een beroep worden gedaan als
de situaties daar om vragen.
Daarnaast kan een mens soms meerdere vMemes hanteren. Bijv. en een voetbalwedstrijd
kan iemand ROOD zijn, maar in relaties kan dezelfde speler BLAUW zijn.
Soms echter zijn mensen volstrekt niet in staat om op deze wijze flexibel
te zijn. George Bush, de voormalige president van de VS, die primair een
belichaming was van ORANJE (ondernemersachtig, persoonlijk succes, ik/mij
staat centraal), had ook een beetje BLAUW, net genoeg om de conservatieven
tevreden te houden terwijl hij de individualisering stimuleerde. Toen
de Amerikaanse bevolking een verschuiving liet zien in het soort dingen
die ze waardeerden (national healthcare), bleef Bush volharden in blauw/ORANJE
argumenten waarmee hij zijn onvermogen demonstreerde om om te gaan met
het opkomende GROEN vMeme. Clinton bijv. zit veel meer in GROEN.
Algemeen wordt dit model in een verder uitgewerkte variant dan hier gepresenteerd
gebruikt voor prognosese op een veelheid van wereld problemen. Wat voor
soorten veranderaars er op het toneel zullen verschijnen en wie slaagt
en wie niet. Of met wat voor soort (beleids)problemen je te maken gaat
krijgen. Eveneens laat het je nadenken over nieuwe sturingsvormen. Het
is o.a. ook toegepast bij de afschaffing van de apartheid in Zuid Afrika
om na te gaan hoe de ontwikkeling van PURPER (stammendenken) naar BLAUW
te begeleiden.
Je moet namelijk door ROOD: de rebel. En dat heeft zo zijn eigen problemen.
Ook bij het bepalen van de strategische waarden voor een organisatie
en de vertaling daarvan naar organisatorische instrumenten kan het model
nuttige diensten bewijzen.
Als laatste nog een eerbetoon aan Maslov. Graves gaf aan dat elke vMeme
zijn eigen mogelijkheden tot zelfrealisatie en zelfverwerkelijking boden.
Bij Rood wordt je bijv. Samoerai. Bij Oranje een succesvol ondernemer.
Auteur: M.E.J. Herold Ph.D., Managementissues.com